Over Corneille

Corneille was schilder en beeldhouwer; hij werd geboren als Guillaume Corneille van Beverloo, in Luik, als kind van Nederlandse ouders. Hij was bekend als een van de schilders van de Cobra-groep. Hoewel voor een groot deel autodidact, volgde hij tussen 1940 en 1942 kunstcursussen aan de Rijksacademie in Amsterdam. Daar leert hij Karel Appel kennen.

Schilderen was voor Corneille geen werk of hobby, maar een roeping. Aanvankelijk werkte hij louter realistisch: stillevens, figuren en landschappen. Direct na de oorlog had hij in Groningen zijn eerste expositie. In die periode werd hij sterk beïnvloed door Picasso. In 1948 maakte hij zich hiervan los; zijn werkt vertoont grote stellage-achtige wezens met angstaanjagende koppen. Miro’s invloed is duidelijk zichtbaar in uitbundige kleuren en vormen. Zijn lijnvoering wordt losser en lichter. Fabeldieren, vogels en vissen vullen de doeken van Corneille. Samen met zijn vriend Appel en anderen (de broers Jan en Constant Nieuwenhuis, en de Belgen Christian Dotremont en Joseph Noiret) richt hij de Cobra-beweging op.

Twee jaar later verhuisde hij van Amsterdam naar Parijs. Verschillende wereldreizen  bepaalden in hoge mate het karakter van zijn beeldend werk. Natuur, primitieve volken, antieke culturen, klassieke muziek en literatuur vormen vanaf dat moment belangrijke bronnen. Vanaf 1960 werd zijn werk gaandeweg figuratiever – vrouwen, vogels en bloemen domineerden zijn artistieke vocabulaire.

In 1959 en 1964 neemt hij deel aan Documenta in Kassel

In Nederland heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Rijks- en Stedelijk Museum (Amsterdam) en het Cobra Museum voor moderne kunst werken van Corneille in hun vaste collecties. In Heerhugowaard staat het levensgrote beeld Katvogel (2001) voor het station; ditzelfde beeld siert het voorplein van het Cobra Museum in Amstelveen

Corneille leefde teruggetrokken in het Franse departement Val-d’Oise, waar hij in 2010 overleed.